Drie reusachtige Russen
Meer dan tien jaar lang leek het een urban legend: de aanwezigheid van de Russische reuzehelikopters in Zeebrugge. RateOne zocht uit hoe deze drie giganten in ons land arriveerden, wat er precies gebeurde en hoe het lijkt af te lopen. Een verhaal met een kunstzinnig staartje…
Plaats van afspraak: Kemzeke, in de ruime cafetaria (ik word vriendelijk verwezen naar de orangerie) van de Verbeke Foundation, één van ’s werelds meest eigenwijze kunstmusea. Kijkers van het tv-programma Stukken van Mensen herkennen het decor meteen – achteraan hangt een zweefvliegtuig: de met camouflageverf beschilderde Schleicher Ka.4 Rhönlerche II “OO-ZUB” is er de blikvanger, tevens het kunstwerk van Liliane Vertessen, die rond het vliegtuig waarin zij op haar veertiende een luchtdoop kreeg, een hele fantasiewereld opbouwde – via een SS-piloot naar een jeugdherinnering.
Stichter Geert Verbeke is de gepassioneerde beheerder van deze veertien hectare kunstbeleving. Naast hem zit Patrick Tierssoone. Beide heren hebben er een palmares als bedrijfsleider van het (water)wegtransport op zitten, maar kenden elkaar tot voor kort nauwelijks. Tot hun wegen hier kruisten.
Centraal in dit verhaal is de Bruggeling Patrick Tierssoone: “Mijn specialiteit was, en is, uitzonderlijk vervoer. Vandaar dat ik m’n firma ABN Transport doopte, wat staat voor ABNormaal. Gigantische biertonnen van a naar b brengen, of constructies met uitzonderlijke hoogte en breedte – overal waar het tussen de huizengevels of onder bruggen kan, daar trek ik het doorheen. Maar omstreeks 1999 kreeg ik er een bijzondere klant bij: SKYTech, een Russisch bedrijf naar Belgisch recht. Zij waren dan weer gespecialiseerd in speciaal luchttransport, en beschikten over een vloot helikopters van Russische makelij: vooral de types Mil Mi 10 en Mil Mi 26.”
Vervoer in superlatieven
De Schleicher Rhönlerche OO-ZUB
Panamarenko’s Bing of the Ferro Lustro(1997)
De story van de Mi 26 is een verhaal apart. In 1980 presenteerde de Moskouse Mil Helikopter Fabriek zijn model 26: tot vandaag het grootste en zwaarste hefschroefvliegtuig ooit gebouwd. Het laadruim is zo groot als dat van een C-130 Hercules, negentig personen kunnen er plaats in nemen, of je kan er maar liefst vijftig ton mee heffen. Alles aan dit toestel gaat in superlatieven: meer dan veertig meter lengte, meer dan acht meter hoog, en een rotor van maar eventjes 32 meter. De Mi 26 ging aan de slag bij het blussen van bosbranden, of als hijstoestel van vrijwel eender wat over lange afstand moet vervoerd worden – of het nu de Siberische ijsvlakte, dan wel een tropisch regenwoud is. Dat hadden de stichters van SKYTech, Lucienne De Dryver en Thierry Lakhanisky eind jaren ’80 ook voor ogen. Ze tekenden een samenwerkingsakkoord met de Russische helikopterfabrikant en boden hun cargodiensten vanuit de Luikse luchthaven Bierset wereldwijd aan. SKYTech zou ondermeer de Verenigde Naties en het Russische ministerie van Civiele Bescherming in de portefeuille stoppen. In 1993 landde zo’n eerste Mi 26 (de RA-06041) op Zaventem, om vervolgens vijf jaar op Oostende te vertoeven. De machine vloog in 1998 richting Gosselies, waar er ook een werkplaats van SKYTech gehuisvest was.
De Mi 26 staat nu op een talud tentoongesteld
Rond die tijd komt Patrick Tierssoone in beeld. “In 1999 stond nog een Mi 26 (de RA-06021) in panne in Maleisië. De machine werd via een schip naar de Antwerpse haven gebracht. Ik moest het plan uitwerken om de helikopter van Antwerpen naar Bierset te loodsen. Ik organiseerde een binnenschip, stouwde het vol ballast zodat het onder de bruggen van de Maas en het Albertkanaal paste. De tocht ging zo naar de haven van Amay, waar de luchtreus uit het ruim gehesen werd. Langs de uitgestippelde weg reden we de heli op een vrachtwagen naar de luchthaven van Bierset. Bij zo’n operatie contacteer je de nutsmaatschappijen om overhangende kabels (elektriciteit, telefonie) even buiten gebruik te zetten zodat ze kunnen afgekoppeld worden, dienen verkeersborden te worden verplaatst etc. Maar de Rus arriveerde netjes op tijd – alles was op nauwelijks drie dagen geregeld, en ik had er een tevreden klant bij. Als er een Mi 26 of Mi 10 niet kon vliegen en over land vervoerd moest worden, klopte SKYTech bij mij aan.
Naar de zee van Azov
In het najaar van 2008 zou de grootste operatie volgen: maar liefst drie Mi 26’s – twee stonden in Gosselies (naast de reeds vernoemde RA-06041, de RA-06032) en een op Bierset (RA-06021) – moesten voor een complete revisie terug naar de fabriek Rostvertol, die gelegen is aan Rostov-aan-de-Don, in een uithoek van de zee van Azov. Eentje (RA-09021) was al geschilderd met kokardes die verwezen naar een Congolese klant. ABN Transport zou dit allemaal regelen, een tocht over zee van wel achtduizend kilometer. Met de eerste fase haalde Patricks firma meermaals de voorpagina’s: de drie monsters die door nauwe Waalse straten gelaveerd werden om vervolgens naar de dichtstbijzijnde binnenhaven Amay (bij Bierset, aan de Maas) of Châtelet (bij Gosselies, aan de Samber) op een binnenschip geplaatst te worden. Van hieruit ging de vaart richting Brugse haven, van waar Patrick z’n bedrijf runde. Nu was het wachten op het speciaal hiervoor gecharterde zeeschip. “Niet zomaar een schip, maar een met kranen aan boord die hoog en groot genoeg waren om de drie helikopters van boord naar de kade te hijsen. Er was geen probleem om ze aan boord te krijgen in Zeebrugge, maar wel om ze van het vaartuig te halen in het Russische Kertsj, de haven aan de gelijknamige straat tussen de Zwarte Zee en de Zee van Azov – daar stonden zo geen kranen. Ik had dan geregeld dat ze vanuit Kertsj op pontons zouden worden geladen om nog eens vierhonderd kilometer dwars over de Zee van Azov, bij Rostov aan de Don aan te meren. De laatste etappe zou met een Mi 26 gebeuren, die de drie helikopters dan netjes aan de deur van Rostvertol zou neerzetten. Als bedrijf mochten we trots zijn op zo’n organisatie.
Retentierecht
Tot ik een telefoontje kreeg van m’n bank – op dat moment was het zeeschip nog onderweg richting Zeebrugge. Bleek dat de cheque die SKYTech voor het vertrek in Bierset en Gosselies neerlegde, compleet vervalst was. Meteen zou ik de zeereis afblazen – de heli’s stonden nog op mijn bedrijfsterrein in Brugge, maar de hele internationale voorbereiding en organisatie had me al een bom geld gekost. De kantoren van SKYTech waren bij controle verlaten, zelfs die ene Mi 10 die nog in herstelling stond, was spoorloos. Ik was het slachtoffer van wanbetaling.
Mijn advocaten maakten me duidelijk dat ik aanspraak kon maken op retentierecht. Vergelijk het met een garagist bij wie een herstelde auto wordt achtergelaten, maar waar de eigenaar niet meer komt opdagen. Na een tijd mag de garagist het voertuig als zijn eigendom beschouwen. Natuurlijk werd meteen een rechtszaak in gang gezet, en ik voelde me redelijk zeker. Na de uitspraak zouden de drie helikopters mij toegewezen worden, en zou ik eigenaar zijn van tien procent van de wereldwijde vloot Mi 26’s van dat moment (de productie stopte in 2015). Alleen, die juridische procedure zou maar liefst zeven jaar aanslepen. Bijkomend probleem was dat de boorddocumenten van de helikopters, die natuurlijk al haast zo belangrijk zijn als het toestel zelf, “verdwenen” waren. SKYTech bleef in een andere juridische vorm overeind, en stak voortdurend stokken in de wielen zodat de helikopters niet verkocht zouden worden. Nogal wat klanten boden zich aan – de drie zouden toch weer ingezet kunnen worden in de mijnbouw in Afrika, of voor wisselstukken (de rotorhubs zijn in titanium vervaardigd) maar uiteindelijk kwam er niets van in huis. De Mi 26 is bovendien te groot om overdekt in een loods te zetten – laat staan als je er drie stuks hebt staan.”
Na 14 jaar in weer en wind hadden de drie hun beste tijd gehad. In oktober 2021 werden ze nog naar de Antwerpse haven verscheept. Eentje verhuisde recent naar de Nederlandse firma PS Aero in Baarlo. Wat er met het toestel zal gebeuren, blijft een onbekende. Voor de tweede was er belangstelling van het Technik Museum in het Duitse Sinsheim, waar al een Tupolev Tu 144 en een Concorde tentoongesteld staan. Maar ook het Helicopter Museum uit het Weston-super-Mare komt eerstdaags langs. De vraag blijft: hoe loods je zo’n enorm ding op een economische manier naar het Kanaal van Bristol ?
Kunstwerk
Blijft er nog eentje over, de RA-06032. Ondanks het feit dat het hele helikopterverhaal jarenlang als een molensteen aan z’n nek hing, kon Patrick het niet over zijn hart krijgen om die laatste naar het buitenland te zien te vertrekken. Patrick is trouwens zelf een passioneel verzamelaar van oude, historische voertuigen. Laatst passeerde hij langs de Westakker te Kemzeke, waar een schijnbaar plompverloren treinstel en oude industriële kranen langs de weg zijn aandacht trokken. Hier, in een onbekende uithoek van het Waasland, bouwt Geert Verbeke, onder het motto Sans dieu, sans maître, sans roi et sans droits al vijftien jaar aan zijn eigen wereld. Zijn rijk strekt zich over twaalf hectare, waar hij kunst van de grootsten mengt met de natuur en industrieel erfgoed. “Hier was vroeger mijn transportfirma gevestigd. Ik begon er aan tijdens de jaren ’80 met veertigduizend frank op zak. Lichters en schepen met zout, zand, cement afladen en met één vrachtwagen naar de bestemming brengen. Het wagenpark breidde zich uit, alsook het personeelsbestand. Op m’n vijftigste liep hier tachtig man personeel. “Als dit zo door gaat, haal ik de zestig niet”, redeneerde ik. Tot dan wist ik stress en problemen, typisch voor deze sector, te verzachten met de liefde voor kunst. Ik werd een verwoed verzamelaar van collages, en kunstenaars deden een beroep op mij om hun monumentale werken te vervoeren. Maar uiteindelijk hakte ik de knoop finaal door. Ik verkocht m’n bedrijf en wagenpark en investeerde de opbrengst in m’n eigen droom. Het enige wat ik overhield was m’n bedrijventerrein met loodsen, en m’n kunstverzameling. Die zou hier een plaats krijgen.” Al snel werd de Verbeke Foundation een begrip, ook buiten de kunstwereld. “Wat ik tijdens m’n leven hard werken verdiend heb, daarmee steun ik artiesten van over de hele wereld. Ik koop hun werken en deel die met het publiek. En dat allemaal zonder één euro subsidie.” En het publiek, daar heeft Geert geen gebrek aan. “Jaarlijks vijftigduizend bezoekers”, lacht de stichter.
De laatste aanwinst: de zelfbouw CMinimax 59-CQE
Een Schweizer
Van zodra Patrick met het voorstel kwam om de Mil Mi 26 hier als erfgoed en kunstwerk onder te brengen, twijfelde Geert geen moment. Sinds enkele weken staat de luchtreus te kijk op een talud, midden andere monumentale objecten. “Ik heb die zelf met enkele van m’n mannen gemonteerd. De rotor is tonnen zwaar, maar we slaagden er toch maar in om die in elkaar te schroeven. Van restauratie is geen sprake. De helikopter blijft zoals hij is, en ik laat de natuur haar gang gaan.” Terwijl we zo naar het Russisch kunstwerk staren, blaast de wind doorheen de staartrotor, waardoor die weer wild om zich heen draait, alsof het kunstwerk zich klaar maakt om op te stijgen.
Auteur: Cynrik De Decker
Foto,s: Wim Van der Elst