fbpx
Uit RateOne editie 11

Laurence bouwt modellen van toestellen waar ze in haar vorig leven mee vloog

Vijftig jaar lang leefde Laurence Adriaensens in de schaduw van haar mannelijk alter ego: een gevechtspiloot bij de Belgische Luchtmacht. Enkel in de anonimiteit van het privéleven kwam ze tevoorschijn, veilig verborgen voor het machomilieu van de luchtmacht. Na een vliegtuigcrash in 2001 besliste de piloot dat de ware persoon lang genoeg werd onderdrukt en schuilgehouden. Abrupt werd het drastische besluit genomen om definitief door het leven te gaan als Laurence.  Alles werd anders, behalve de passie voor het vliegen.

Laurence Adriaensens

In een modern Hasselts appartementsgebouw opent een kokette dame op leeftijd (69) de deur. Meteen treed ik in het leven van Laurence, te midden de modelvliegtuigen. Ze verwacht me, om over haar carrière als piloot en over haar nieuw leven te vertellen.

Anders dan de andere

“Als kind was ik een tenger verlegen jongetje, altijd de kleinste van de klas. Ik voelde me anders, hield me vaak afzijdig, en dat maakte me natuurlijk niet populair bij mijn leeftijdsgenootjes. In mijn tienerjaren, toen andere jongens achter de meisjes holden, ontdekte ik de passie voor het vliegen. Op mijn twaalfde kreeg ik van vader een plastic rondvluchtmodel en werd het de start van een nooit ophoudende interesse voor modelvliegen. Op mijn vijftiende werd ik aangenomen bij De Luchtcadetten van België en leerde ik zweefvliegen. Ik vloog er ook met de toen al antieke Grunau Baby die nu in het Brusselse Luchtvaartmuseum hangt.

 

Grunau Baby

Toen ik als luchtcadet in 1967 de kans kreeg om mee te vliegen met een Stampe SV4 wist ik welk pad ik zou volgen: piloot worden. Moeder zag het helemaal niet zitten dat haar enig kind zijn leven hoog in de lucht zou doorbrengen, maar vader keurde het goed. Zelf had hij er van gedroomd om piloot te worden maar de voorbije oorlog doorkruiste zijn ambities. Hij zag me al als gezagvoerder bij Sabena, maar buschauffeur spelen leek voor mij niet weggelegd. Voor mij moest het ‘echt vliegen’ zijn. Je kent dat wel… stick and throttle, loopings… ik ging voor straaljagerpiloot. Met mijn diploma economie-wiskunde op zak nam ik in 1970 deel aan de selecties voor hulpkaderpiloot bij de Luchtmacht.

My American Dream

Na de basistraining op de toen gloednieuwe Marchetti SF260 in Goetsenhoven en een tiental uren Fouga in Brustem kruiste ik aan boord van een DC-6, samen met zeven andere Belgische leerling-piloten over de Oceaan. In de V.S. werden we verspreid en zo belandde ik op Vance AFB (Oklahoma). De opleiding in Amerika gaf me niet alleen de mogelijkheid om mijn professionele droom waar te maken. Mijn verblijf aan de andere kant van de wereld bood me voor het eerst in mijn leven de kans om alleen te wonen en mezelf te ontdekken. Ik gaf mezelf de ruimte om in mijn vrije tijd kennis te maken met mijn vrouwelijke kant. Ik kocht er ook stilaan vrouwelijke kledij en droeg die, gecombineerd als androgyn in mijn vrije tijd, ook in publiek. Het gaf me gewoon een aangenamer gevoel in plaats van die stijve hemden en mannenschoenen. Nee, met opwinding had het helemaal niks te maken.

Vance AFB

A man’s gotta do what a man’s gotta do

Eenmaal gebrevetteerd op T-38 keerde ik in 1972 terug naar België en werd geselecteerd voor de opleiding tot jachtbommenwerper op F-104 Starfighter in Kleine Brogel, wat voordien alleen gebeurde met piloten die reeds meer vliegervaring opgedaan hadden op andere types. In 1978 had ik het privilege om drie maanden met mijn persoonlijke Starfighter te vliegen tijdens de voorbereiding voor de internationaal gerenommeerde Tactical Air Meet.

Starfighter

In 1982 converteerde ik er met de eerste lichtingen ook nog op F16. Uiteindelijk bleef ik twintig jaar in de 10de Wing (onderbroken door een periode van drie jaar in het Duitse Ramstein).

Mijn weekends spendeerde ik bij mijn ouders in het Brusselse maar tijdens de week woonde ik alleen in Limburg en kon ik het stoere mannenbestaan afwisselen met de tijd die ik vrijmaakte voor mijn vrouwelijke ik. In mijn kasten groeide een collectie van zo’n tweehonderd paar vrouwenschoenen. Thuis liep ik occasioneel met een rok en op hakken rond, maar nooit helemaal als travestiet. Ik combineerde gewoon mijn mannelijke ik met mijn vrouwelijke ego en ging later ook vaak bij donker met de hond wandelen, in vrouwenschoenen – meestal op sleehakken omdat dat niet opviel onder een broek.  Zowel mijn eerste als later mijn tweede echtgenote waren reeds voor het huwelijk op de hoogte van mijn voorliefde voor vrouwelijke attributen maar maakten daar niet echt een punt van. Ik sliep haast uitsluitend in nachtkleed. Samen met mijn eerste vrouw stichtte ik een gezin en we kregen een prachtige dochter.

Tijdens mijn hele carrière als militair piloot bleef ik de schijn hoog houden, hoe moeilijk dat ook was. Geen van mijn beide echtgenotes heeft het ooit aan iemand verteld en daar blijf ik hen heel dankbaar voor. Als dat aan het licht was gekomen, had ik een kruis kunnen maken over mijn militaire carrière. Immers, ik had bij defensie de hoogste veiligheidsgraad en door zo’n dubbelleven word je chanteerbaar. Ik betrok diverse functies in binnen- en buitenland waaronder: Wing Ops officier, Wing Electronic Warfare Officer, Chief Intelligence and Mission Planning, HQ AAFCE attack ops en Taceval evaluator… Als transportpiloot bij de 15de Wing vloog ik met de Swearingen Merlin tal van ministers en leden van de koninklijke familie naar vele landen.  Tijdens de oorlog met Joegoslavië was ik voor de verenigde naties HQ TACP G3Air in Zagreb, en na mijn pensionering werd ik zelfs terug ingelijfd om mee de luchtoperaties te leiden voor zowel de Belgische als de Nederlandse luchtstrijdkrachten boven Kosovo vanuit de NAVO COAC te Vicenza (Noord-Italië).

Door al die bevoegdheden kreeg ik de kans te vliegen met toestellen waar anderen alleen maar van konden dromen: Hawker Hunter, General Dynamics F-111, PanAvia Tornado, BAC Harrier, McDonnel Phantom, Sepecat Jaguar, F-100 Super Sabre, F-18 Hornet, Mirage en nog meer. Ik vloog ook veel acro met Fouga Magister en betrok zowat alle posities (inclusief leider en solo) in diverse Fouga teams. Vanaf 1975 vergaarde ik ook burgerbrevetten (Belgisch beroepspiloot met instructeur plus US multi engine ATP). Tijdens mijn vrije tijd was ik instructeur op Kiewit en Sanicole en chief-pilot voor het Para-Centrum Limburg op Twin-Otter. Doorheen de jaren was ik zowel militair als burger bijzonder actief in de vliegshowwereld. Als display director en demo-piloot kon ik nog meer iconische types aan mijn logboek toevoegen: Tipsy Nipper, SV4b, Fokker S-11, Stearman tweedekker, Spitfire TMK9, DC-3 Dakota, B-25 Mitchell-bommenwerper en nog veel meer. Toch wel uitzonderlijk voor iemand met zo’n uitgesproken vrouwelijke kant, niet?

B-25 nose

Vliegtuigcrash als keerpunt

In 2001 kreeg ik een vliegtuigongeluk dat me haast het leven kostte. Met nog veertien beginnende parachutisten aan boord ontplofte één van de motoren van de GAF Nomad (een type dat we allemaal kennen uit de Australische serie The Flying Doctors) in volle vlucht. Nadat alle inzittenden de brandende kist verlieten, zette ik het zwaar gehavende toestel op een tankpiste van Leopoldsburg veilig aan de grond. Niemand had ook maar een schrammetje. Maar binnen in mij was er iets geknapt. Ik besefte dat ik dood had kunnen zijn, zonder ooit volledig mezelf te zijn geweest.

2000 GAF Nomad

Stop die komedie

Voor mij was het genoeg geweest. Ik zou stoppen met vliegen en me op het pad begeven dat juist voelde voor mij. Ik verkocht mijn vliegmateriaal, mijn overalls en zelfs mijn boeken. Mijn huis in Leopoldsburg ging onder de hamer en ik verhuisde naar Hasselt. In de anonimiteit van de stad waar niemand me kende zou ik een nieuw bestaan opbouwen. Aanvankelijk was het niet mijn bedoeling om vrouwelijke hormonen te nemen of mezelf te laten ‘ombouwen’. Ik wilde niet kiezen tussen man of vrouw, ik wou mijn mannelijke en vrouwelijke kant gewoon permanent verenigen. Hoe verder ik kwam in het beleven van mezelf in een vrouwenrol, hoe natuurlijker het aanvoelde. Langzaam schoof ik verder door op de genderschaal tot ik besefte dat ik definitief als vrouw door het leven wou gaan. Voor mijn toenmalige echtgenote was dit een brug te ver en zij koos ervoor om te scheiden.

In 2003 begon ik aan het transitieproces om me twee jaar later te laten opereren. Eerst onderging ik aangezichtschirurgie, het belangrijkste om door je medemens als vrouw erkend te worden. Daarna volgde de geslachtsaanpassende chirurgie, voornamelijk om van dat onhebbelijk mannelijk klokkenspel vanaf te raken. Lichamelijk was het in ieder geval gelukt om niet langer ‘een man in vrouwenkleren’ te zijn, maar ook om de échte Laurence te worden die ik eigenlijk ook altijd al was geweest.

In die periode trok ik voor het eerst als Laurence naar een bijeenkomst van oud-collega piloten: inderdaad, ik verscheen in mijn deux-pièceske tussen al die stoere ex-collega’s. De reacties vielen best mee. Velen onder hen waren niet echt verwonderd. Ze wisten dat ik op feestjes in het verleden vaak liever tussen de vrouwen op de dansvloer stond dan met hen aan de toog te lullen. Ze hadden daar ook nooit problemen mee gehad, want macho was ik nooit. Al dansend met hun echtgenotes hebben ze me terecht nooit als bedreiging gezien. Nog steeds ga ik naar bijeenkomsten met mijn ex-collega’s. Als gevraagd wordt wie de eerste Belgische F-16 pilote van het Belgisch leger is geweest, dan zullen sommigen het antwoord ‘Anne-Marie Jansen’ in twijfel trekken.” (lacht) 

F16 in Zara

Na het juiste lichaam op zoek naar rust voor de geest

Door alle spullen die met luchtvaart te maken hadden te verkopen, meende ik mijn eerste leven volledig te kunnen verdringen. Ik wou en zou er niks meer mee te maken hebben. Luchtvaart paste niet langer in Laurences toekomstbeeld. Mijn luchtvaartcarrière zou ik letterlijk van me af schrijven. Zes winters lang werkte ik aan een boek over ‘zijn’ carrière. Over 10.000 landingen met 87 zeer diverse vliegtuigtypes waarvan 37 als boordcommandant, viel immers veel te schrijven.

Het werd een kanjer van maar liefst 735 pagina’s, rijk gestoffeerd met persoonlijke foto’s. Ik was ervan overtuigd dat dit de perfecte therapie was om mijn vorig leven definitief los te laten. Ten Thousand Landings verscheen in 2014 en is al lang uitverkocht.

bookcover

Gedeelde passie zorgde uiteindelijk voor heling

Maar toen ik in 2011 met vriendinnen een modelvliegshow op de fameuze Pampa Range bezocht, laaide de interesse voor het (model-)vliegen terug op. Ik besefte dat ik mijn transitie pas tot een goed einde kon brengen als ik mijn oude en nieuwe leven met elkaar zou verenigen. Ik kocht enkele bouwdozen en begon te knutselen, de ultieme stap naar de echte verwerking. De afstand die ik van hem nam via het boek en de ruimte die ik hem gaf in mijn nieuwe hobby, deden me erin slagen om mijn vorig ego een definitieve plaats te geven in mijn nieuwe bestaan.”

Als je eraan begint moet je ervoor gaan, je hebt maar één kans

Net zoals ze zich in haar vorig leven vol overgave had gegeven om piloot te worden, werkt Laurence met dezelfde wilskracht dagelijks aan haar groeiende collectie modelvliegtuigen. Naast haar vloot historische Sabena-zwevers, blijft ze ook specifieke toestellen bouwen waarmee ze tijdens ‘zijn carrière’ vloog. “Dankzij sommige modellen krijg ik ook de kans om met de echte exemplaren een vluchtje te versieren,” glundert ze.

Elk detail, hoe minutieus ook, moet tot in de puntjes perfect zijn. In de cockpit van de toestellen tref je steeds een van de twee personages aan: ofwel de man met snor en rood petje op zijn hoofd, ofwel pilote Laurence in een vrouwelijk getailleerde flight suit. Als ik opmerk hoe gedetailleerd de personages zijn nagebouwd, lacht Laurence: “Ja, met plastische chirurgie heb ik inmiddels veel ervaring.”

 

Sabena

A kiss landing

 “Ook al was mijn leven een turbulente vlucht, toch ben ik tevreden over de geslaagde landing. Vaak heb ik diep gezeten, daar wil ik niet flauw over doen. Ik loop niet te koop met mijn verleden, maar als iemand er iets over vraagt, antwoord ik eerlijk.  Uiteindelijk heb ik nu wel mijn draai gevonden. Leven tussen mijn modelvliegtuigen, samen met vrienden en vriendinnen, gewoon opgaan in de rest van de bevolking en mezelf kunnen zijn.  Al achttien jaar ben ik Laurence en ik besef dat ik nu mijn gelukkigste jaren beleef.”

Geen foto’s meer van een eerder norse man, maar een vrouw met een oprecht gelukkige glimlach. Zeker als ze af en toe nog eens een vlucht met een interessant toestel kan versieren.

Laurence schreef een kanjer van een boek. Maar liefst 735 pagina’s, rijk gestoffeerd met persoonlijke foto’s.  Ten Thousand Landings is volledig uitverkocht maar is nu exclusief beschikbaar voor Rateone lezers op de website. 

Cover Ten Thousand Landings

Haar boek, geschreven in het Engels, is volledig uitverkocht. We stellen het indrukwekkende werk wel gratis – online – ter beschikking voor de lezers van RateOne.

Nu gratis beschikbaar:

Auteur: CO

Foto’s: archief Laurence Adriaensens