fbpx
Interview met Koen Milis

Nieuwe wind moet storm binnen DGLV luwen

Koen Milis DGLV

Dat het Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV) de voorbije zes jaar vaak het gespreksonderwerp was tussen piloten is niet vreemd. Deze federale overheidsinstantie in Brussel staat onder andere in voor het het uitreiken en hernieuwen van vlieglicenties. Het DGLV leek steeds meer op een gigantische, onbestuurbare airliner en miste alle wendbaarheid die piloten van kleine vliegtuigen gewend zijn. Bovendien werkte de instantie zoals een toestel dat op automatische piloot vliegt, maar dan al zes jaar zonder een volwaardige captain om bij te sturen waar nodig. En ook zonder doel of eindbestemming.  Op 1 september 2020 kwam Koen Milis aan het stuur, eindelijk een directeur-generaal met volle bevoegdheid.

Voor velen was de fun van het vliegen eraf, als ze in aanraking kwamen met het ‘Bestuur der Luchtvaart’. Piloten grapten vaak cynisch: “Zouden ze het niet beter het bestuur tegen de luchtvaart noemen in plaats van het bestuur voor de luchtvaart?” Telkens een vergunning in orde gebracht moest worden, leek het wel of er documenten ontbraken, medicals niet in orde waren of er door sommige medewerkers van de dienst gezocht werd naar punten en komma’s om de aflevering te vertragen. Frustatie en discussies alom dus!

Toen in de zomer van 2020 het bericht verscheen dat het DGLV zelfs niet meer in staat was om theoretische examens PPL (private pilote license) af te nemen, was het hek helemaal van de dam. Hoe kon een overheidsinstantie scholen en studenten die investeerden in het behalen van een pilotenlicentie zo in de steek laten? Vergelijk het met een land waarin je plots geen examen meer kunt afleggen voor het behalen van je rijbewijs.

Volwaardige captain

Na zes jaar gesukkel, waarbij de functie van directeur-generaal (DG) opgenomen moest worden door personen die niet over de volle bevoegdheid beschikten en ook telkens maar een kortlopend contract kregen, werd eindelijk beslist om Koen Milis aan boord te halen voor deze functie. Deze gewezen professor van de faculteit economie, gespecialiseerd in beleidsinformatica had vanaf 2010 ook al zijn strepen verdiend als CEO van het opleidingscenter voor politie, brandweer, ambulanciers en rampenmanagers.

“Dat het DGLV moeilijke tijden heeft meegemaakt en dat dit een weerslag had op de workflow ga ik zeker niet ontkennen noch verbloemen,” zo opent de nieuwe DG het gesprek. “Zonder kopman in volle functie miste de instelling een strategisch plan. Zolang je niet over het mandaat beschikt waar je als manager in volle bevoegheid beslissingen kunt nemen op lange termijn, kan je het schip geen nieuwe richting geven. Mijn voorgangers werden aangesteld als DG ad interim en konden het instituut hooguit drijvend houden, wat ze ook naar bestvermogen hebben geprobeerd.”

Meer werk, minder middelen

“Het is er doorheen de jaren ook niet makkelijker op geworden,” stelt Milis vast. “De luchtvaartsector groeit jaarlijks met ongeveer 5%. De taken van mijn diensten nemen toe, terwijl er door de federale overheid steeds wordt bezuinigd. De periodes waarin België zonder regering zat, heeft alle beslissingen ook nog eens vertraagd. Voor aanwerving van personeel moet een overheidsinstelling strikte procedures volgen, waarop de politieke factoren een sterke impact hebben. Er moest gewerkt worden in moeilijke omstandigheden, waarbij alle extra werk bijgenomen moest worden met de beperkte middelen die voorhanden waren.”

“Een concreet voorbeeld is de dronesector. De voorbije zes jaar is hier een exponentiële groei geweest. Onze mensen bouwden een volledig nieuwe afdeling uit, zonder extra middelen. Noch medewerkers, noch een degelijk informaticasysteem om deze bijkomende workload aan te pakken. Zelfs als onze dienst bleef werken zoals ze dat in het verleden deden,  geraak je in een wereld waar alles zo snel evolueert achterop. Stilstaan is achteruit gaan, ook in administratie.”

Mensen zijn mondiger geworden

“Tegenover elke overheidsinstantie waren en zullen er altijd klachten zijn, dat is in de privé niet anders. Ook vroeger was dat zo, alleen heeft de sociale media een luidere stem gegeven aan de bevolking. Alle frustraties, al dan niet terecht, worden onmiddellijk in de betrokken community verspreid. Dat maakt het er ons ook niet makkelijker op.”

Koen Milis is zich ten volle bewust van de problemen die er bij het DGLV zijn (hij is immers zelf ook privaat piloot) en heeft dan ook een duidelijke aanpak voor ogen: “De operationele zaken moeten op korte termijn opgelost worden, brandjes blussen dus! Dit doen we door enerzijds zoveel als mogelijk te digitaliseren en hopelijk op termijn procedures te vereenvoudigen. Zo stelde ik vast dat het e-loket van de dienst inschrijvingen goed werkt en dus ook best snel geïmplementeerd moet worden bij onze andere afdelingen. Het zal heel wat manueel werk uit handen nemen, waardoor onze medewerkers tijd zullen winnen om andere zaken sneller te behandelen.

Corona bracht partijen samen

Door corona is er het afgelopen jaar een General Aviation Task Force opgericht, waarbij mijn medewerker Tim Rimez het voortouw heeft genomen en zeer goede relaties heeft opgebouwd met de verschillende federaties. Hierdoor ontstond vertrouwen van alle partijen om vaker de handen in elkaar te slaan bij problemen. Zo heeft de ULM-federatie het probleem van de vergunningen samen met ons aangepakt. Ze fungeren als een eerste filter tussen ons en hun leden. De controle van de documenten nemen ze voor hun rekening, alvorens deze bij onze diensten worden afgeleverd. Een absolute meerwaarde voor alle partijen! Vandaag is de volledige achterstand voor ULM-vergunningen weggewerkt. Tegen het einde van het eerste kwartaal hopen we hetzelfde te doen voor de PPL-aanvragen. Uiteraard kunnen piloten ook nog steeds bij ons terecht zonder tussenkomst van een federatie.

Voor het afleggen van theoretische examens voor PPL-piloten beseffen we de dringendheid van de situatie. Hiervoor een oplossing bieden is eveneens een absolute prioriteit. Door problemen met de softwareleverancier voldeet ons systeem niet langer aan de opgelegde vereisten. Er werd inmiddels een nieuwe aanbesteding uitgeschreven en gepubliceerd. Maar opnieuw: we moeten de opgelegde overheidsvoorschriften volgen en dat vraagt nu eenmaal tijd. Het is ook niet zo dat je een systeem dat werkt in een ander land klakkeloos kunt overnemen, want de software moet geschikt zijn voor de Belgische administatieve opvolging. Voor ATPL loopt het Europees gelijk, maar voor ULM en paramotoren bijvoorbeeld zijn nationale regels geldig. We willen de juiste keuze maken, zodat we voorbereid zijn op aanpassingen in de toekomst.

Mijn prioriteit op middenlange termijn is een onderbouwde koers bepalen, ondersteund door onze medewerkers. Iedereen met de neus in dezelfde richting. Een derde en laatste prioriteit is voor mij een visie om op lange termijn vast te leggen voor de toekomst van de  luchtvaartsector in België. Dit kan alleen door in dialoog te treden met alle stakeholders in de sector. Zo’n toekomstperspectief is iets wat we in België nog missen, terwijl buurlanden daar wel al over beschikken.”

Voorbereid voor heropleving van de luchtvaart

COVID-19 heeft ons enerzijds de mogelijkheid geboden om onze diensten te herorganiseren en prioriteiten te leggen waar nodig. Eenmaal de pandemie onder controle is en reizen weer volop zal worden toegelaten, verwacht ik een boost in onze sector. Zeker wat leisure betreft, verwacht ik een snel herstel. Mensen snakken naar vrijheid om weer te gaan en te staan waar ze willen. De zakenreizen zullen misschien iets afnemen in vergelijking met het verleden, omdat alle online vergaderoplossingen ongetwijfeld een vaste waarde zijn geworden in onze manier van werken. Wat de toekomst ook brengt, voor het DGLV heb ik een duidelijke visie voor ogen om efficiënt te kunnen inspelen op de marktvraag en om problemen en frustraties tot een minimum te beperken.”

Tekst: CO
Foto’s: DGLV

Reportage uit RateOne editie 11

Lidmaatschap 2021