fbpx

Uit RateOne editie 15

Over vliegen, vallen en… opgraven

Vroeger was het bekend als het Gallo-Romeins museum van Velzeke. Vandaag is het een archeocentrum, een wetenschappelijke instelling die onze geschiedenisbeleving een nieuwe invulling wil geven. Tot september 2023 loopt hier een bijzondere expositie over archeologie en… luchtvaart.

Het zijn tuigen gemaakt om te vliegen, maar helaas vallen ze soms ook, vooral in oorlogstijden. En aangezien Belgisch luchtruim een druk knooppunt was tussen de strijdende partijen tijdens twee wereldoorlogen, telt ons grondgebied duizenden crashplaatsen. Vele ervan lieten sporen na in de bodem. Sinds de jaren ’90 is een enthousiaste ploeg van BAHAAT (Belgian Aviation History Association Archaeology Team) samen met andere gelijkaardige verenigingen naarstig op zoek om deze locaties te inventariseren, en in sommige gevallen, ook op te graven. Sinds 2009 is dit soort veldonderzoek onderhevig aan de Vlaamse regelgeving aangaande archeologie. Het opgraven van een oud vliegtuigwrak gebeurt sindsdien onder wetenschappelijke begeleiding. Dat hele onderzoektraject is het onderwerp van een prestigieuze tentoonstelling in het Archeocentrum Velzeke: Over vliegen, vallen en… opgraven.

Het idee groeide bij beleidsmedewerker Peter Van der Plaetsen. Naast een doorwinterd archeoloog is hij een groot liefhebber van de historische luchtvaart. Al vele jaren volgde hij de activiteiten van BAHAAT op de voet. Tijdens de zomer van 2019 klopte Peter bij deze vereniging aan, en al snel kwam het tot een overeenkomst om hier een bijzonder initiatief van te maken. Hoofdconservator Kurt Braeckman ging meteen mee in het verhaal. “Niet te verwonderen als je weet dat onze erfgoedsite in Velzeke gespecialiseerd is in de publiekswerking rond archeologie.” Een aantal beklijvende verhalen zorgt mee voor de beleving van de bezoeker.

OO-AMI
De expo besteedt ook aandacht aan de civiele luchtvaart. Zo wordt ondermeer het rompframe tentoongesteld van een Fokker-jachtvliegtuig dat na de oorlog in het civiel luchtvaartregister ingeschreven werd.

Oude vliegtuigstoelen
Hoe reisde een passagier met Sabena tijdens de jaren ’20 en ’30 ? Hier de stoelen van een Fokker F.VII, een Handley Page en Savoia Marchetti.

 

 

 

 

Diverse lagen

Archeocentrum fungeert onder de Provincie Oost-Vlaanderen, dat de nodige middelen ter beschikking stelde om hier groots mee uit te pakken.  Vooreerst is er de omvang: twee verdiepingen. De bezoeker wordt ingeleid tot de technieken die bij deze specifieke discipline aan bod komen: bronnenonderzoek, geofysische detectietechnieken om de diepte en grootte te bepalen van wat zich in de bodem bevindt, de regelgeving (het mag enkel gebeuren mits vergunning), het opgraven en de naverwerking. Deze stappen worden geïllustreerd aan de hand van diverse projecten: er ligt een quasi volledig opgegraven cockpit van een Spitfire en de Lancaster die in Glabbeek terug aan de oppervlakte kwam.

Vervolgens daalt de bezoeker de trap af naar de grote exporuimte. Hier wordt aan de hand van tijdsbanden de hele luchtvaartgeschiedenis gereconstrueerd, aangevuld met sfeervol verlichte objecten en documenten. Opvallend is de aandacht voor de vrouw in de luchtvaart. Een absoluut topstuk is het rompframe met motor van de legendarische Fokker D.VII uit de Eerste Wereldoorlog, die een bijzondere Belgische connectie kent: in de jaren ’30 vloog hij nog als de OO-AMH, tot hij tijdens de opnamen van de Franse oorlogsfilm L’Equipage in de prak gevlogen werd. Tijdens de voorbereidingen kwam voorwaar aan het licht dat de vader van astronaut Dirk Frimout met deze Fokkers voor de camera’s stuntte. Vliegtuigrestaurator Danny Maenhaut wil het toestel terug vliegklaar krijgen.

Op ware grootte

Op 10 mei 1940, de eerste dag van de oorlog, werd een Duitse bommenwerper van het Kampfgeschwader 27 op terugweg van een aanval in het Gentse in het nauw gedreven door geallieerde jagers. Uiteindelijk stortte de Heinkel He 111 neer in een veld in Zwalm, op wandelafstand van het museum. De vier inzittenden overleefden het niet.

Er zijn nog twee ooggetuigen van het luchtgevecht in leven. Hun verhaal werd opgenomen en hoor en zie je in de tentoonstelling. Volgens de overlevering begroef de pastoor hen -tot ongenoegen van de Duitse bezetter- in ongewijde grond in Munkzwalm.

Ooggetuigen
Twee ooggetuigen die in 2022 werden geïnterviewd tijdens het veldonderzoek te Zwalm. Zij zagen een He 111-bommenwerper in 1940 neerstorten.

Het vliegtuigwrak werd na de Achttiendaagse Veldtocht geborgen, maar naar aanleiding van de tentoonstelling onderzocht BAHAAT het terrein met magnetometer en metaaldetector. Ze spoorden verschillende kleine onderdelen en munitie op, en gaven die een plaatsje in de expo in Velzeke. De volledige vloeroppervlakte is bedekt met een historische luchtfoto uit 1944 van de streek, met daarop in ware grootte de He 111 afgebeeld. Spectaculair is ook de opstelling van een opgegraven Focke-Wulf jachtvliegtuig, eveneens in real size weergegeven. De tentoonstelling besteedt heel veel aandacht aan beleving: zo bezoekt men een schuilkelder die tijdens archeologisch onderzoek te Aalst van onder het maaiveld tevoorschijn kwam. De geluidseffecten zijn beklemmend.

Expo Velzeke

Op zoek naar grootvader

En soms speelt het toeval een vreemde rol. Op de dag van de opening van de expo arriveerde Florian Arndt uit München. Hij had de naam van zijn grootvader, die hij nauwelijks gekend heeft, ontdekt in de database die op de site van RateOne opgenomen is: Wilfried Arndt, de radiotelegrafist van de Messerschmitt Bf 110-nachtjager die op 17 augustus 1943 met de moed der wanhoop uitvloog tegen Amerikaanse 8th Air Force, die die dag haar fameuze raid tegen Schweinfurt en Regensburg organiseerde. Boven ons land ontsponnen zich luchtgevechten van een zelden geziene hevigheid. De Luftwaffe gooide alles in de lucht, zelfs haar ervaren nachtjachtpiloten.  Die waren met hun zware tweemotorige toestellen geen partij voor de wendbare Thunderbolts. Er zat voor de twee inzittenden niets anders op dan aussteigen met hun parachute boven Assenede. In 2010 groef de Vlaamse overheid samen met BAHAAT het wrak op. De bodem was erg gul: aluminiumfragmenten, motoren, wielen, zuurstofflessen, een EHBO-kit en … de vliegenierskaart van de Bordfunker, Florians grootvader. Voor de jongeman, die zelfs geen foto van zijn opa had, was dit reden genoeg om in zijn auto te springen en 900km te rijden zodat hij er bij de opening op 19 mei bij kon zijn. De confrontatie met de kaart die op de schoot van zijn opa had gelegen was een emotioneel moment.

Florian Arndt
Voor Florian Arndt was het een emotioneel moment toen hij de stukken onder ogen kreeg van de Messerschmitt Bf 110 waarin zijn grootvader in 1943 door Amerikaanse jagers neergehaald werd te Assenede.

 

Over vliegen, vallen en… opgraven is een initiatief dat zelfs internationale ambities heeft. Het is immers de eerste maal dat deze vernieuwende vorm van onderzoek in deze context geplaatst wordt. Zowel leken als specialisten zullen er uren doorbrengen, en natuurlijk is de rest van het museum, met zijn unieke collectie Gallo-Romeinse vondsten eveneens het bezoeken waard. En een uitstapje naar de Vlaamse Ardennen kan er altijd bij, niet ?

De expo ‘Over vliegen, vallen… en opgraven!’ in de provinciale erfgoedsite Archeocentrum Velzeke (Doolbosweg 2) loopt tot en met 17 september 2023.

www.archeocentrumvelzeke.be

UITNODIGING 

RATEONE nodigt je uit voor een exclusieve rondleiding met deskundige gidsen. Na inschrijving neem je GRATIS deel. Leden van de RateOne community krijgen er die dag nog een extra attentie bovenop.

Wanneer? Zondag 7 augustus 2022 van 10u-12u of van 14u-16u.

Inschrijven via: caroline@rateone.be of via Eventbrite: https://ap.lc/Uh1ZL

 

Tekst: Cynrik De Decker
Foto: Archief Archeocentrum Velzeke